Gek op Donald Duck
Ik ben gek op Donald Duck. Een liefde ontstaan in mijn jonge jaren. Keer op keer vroeg ik aan mijn ouders of ik een abonnement mocht, telkens weer kreeg ik een ‘Nee’. Gelukkig kreeg ik wel af en toe een blad. Vooral als ik mee ging boodschappen doen, kon ik mijn moeder nog wel eens overhalen er weer een voor mij te kopen. Weken genoot ik van het nieuwe blad. Ook de oude herlas ik dan. Ik heb ze nog steeds. Alleen ernaar kijken al geeft mij een heel tevreden gevoel.
Op mijn 30e kreeg ik waar ik mijn hele jeugd zo naar verlangde: een abonnement! Elke week een nieuw blad met vrolijke avonturen gewoon zo, in de brievenbus. Een ongekende luxe. Mijn ‘verslaving’ bleek besmettelijk te zijn, of misschien zelfs wel genetisch overgedragen: zoonlief was ook dol op Donald. Uiteindelijk hebben we, na zo’n 15 jaar, het abonnement wel stop gezet. Niet meer elke dag een nieuw blad. Wel genoeg thuis om regelmatig opnieuw te lezen.
Echt, het verveelt nooit.
Even weg uit de wereld
Als ik nu, met mijn volwassen ogen, naar de jonge Nicole kijk, begrijp ik wel waarom zij zo gek was op Donald Duck. Ik was, ben nog steeds, een dromer. En de wereld van Donald is een heerlijke, heldere wereld om in te verdwalen. Helder, want iedereen heeft een paar overzichtelijke eigenschappen.
Donald is driftig en heeft altijd pech, de neefjes Kwik, Kwek en Kwak zijn wijs en ook ondeugend. Oom Dagobert is de succesvolle en uitermate gierige zakenman. Katrien is een dame met pit, op zijn tijd ook heel zacht. Ik kan nog wel even doorgaan, maar hopelijk begrijp je wat ik bedoel: prettige kaders die de -getekende- wereld begrijpelijk maken.
Het was een wereld die ik wel begreep. De gebeurtenissen en reacties waren voorspelbaar. Erg fijn voor een hoogsensitief meisje dat met ogen vol verwondering en regelmatig onbegrip naar de wereld om haar heen keek. Een fijne gekaderde wereld om lekker in te verdwijnen dus.
Eind goed, al goed
Een ander ‘ding’ wat zo fijn is aan de verhalen, is dat elk avontuur, hoe hachelijk ook, altijd goed afloopt. Dat gaf mij een vertrouwen dat dit ook voor mijn leven gold. Het goede overwint: er kan nog zoveel mis gaan, uiteindelijk komt het goed.
Het is het verhaal/sprookje van de held die overwint. Daar gaat iets geruststellends vanuit. Hoezeer je leven ook op de kop staat, als het Donald al lukt om het tij ten goede te keren, lukt het jou vast en zeker ook.
Boosheid
Waar ik ook echt van genoot, was de boosheid van Donald. Zo knap dat hij zo boos kon zijn. Ik kon dat niet. Had al op jonge leeftijd mijzelf aangeleerd om mijn emoties niet of nauwelijks te tonen. Want liet ik ze zien, kreeg ik gelijk een ‘Je zeurt’ of ‘Stel je niet aan’ te horen. Via Donald kon het er toch uitstromen, die boosheid en frustratie. Lekker lachen om die gekke Donald én zijn woede voelen, een geweldige uitlaatklep voor mij.
Wat dat betreft mag ik nog wel bij Donald in de leer gaan. Nog steeds heb ik moeite om mijn boosheid te uiten. Die zachte, vergoelijkende kant van mij, die altijd de harmonie wil bewaren en het iedereen naar de zin wil maken (het innerlijke meisje), die mag wel een stapje terug doen.
Bevrijdend
Dan kan haar broer naar voren komen, mijn innerlijke jongetje. Die is echt goed in het uiten van zijn frustratie, ongeduld of boosheid. Houdt geen rekening met anderen en flapt eruit wat op dat moment in hem leeft. Werkt echt heel bevrijdend, probeer het maar eens.
Net als Donald.
Natuurlijk breekt er dan wel eens iets. Maar ach, het komt altijd weer goed.
Hartelijke groet, Nicole
* Het innerlijke jongetje en meisje maken onderdeel uit van je innerlijk kwartet. Vier personages die al jouw kwaliteiten en eigenschappen representeren verdeeld in mannelijk/vrouwelijk en aangeboren/aangeleerd. Ook bekend als je innerlijke familie. Lees meer hierover op deze pagina.